top of page

Tijdens het examen krijg je vragen van het analyse maatschappelijk vraagstuk. De onderwerpen van die vragen kunnen over van alles gaan. Het is daarom belangrijk dat je niet alleen de stof leert uit de boeken 'politiek' en 'criminaliteit' maar, ook de stof uit het maatschappijleerboek van jaar 3 nog even goed doorneemt. 

​

Hieronder staat een schema met daarin per onderwerp de begrippen die belangrijk zijn om nog even goed door te nemen.

​

Let op! Besteed extra aandacht aan de theorieën! Deze worden namelijk niet genoemd in het boek maar er komt altijd een vraag over op het examen. Er komt nog een PowerPoint en/of wat filmpjes over deze theorieën.

Hoofdstuk                       

Bestuderen

Kernbegrippen

Wat is maatschappijleer?

Blz. 10 + 11

Blz. 12 + 13

Waarden, normen, belangen, machtsmiddelen

​Kenmerken maatschappelijk probleem, 3 punten voor goede meningsvorming

Jongeren

Blz. 18+19
Blz. 30+31


Blz. 34+35

Cultuur, socialisatie
Groepsidentificatie, ontstaan groepsgevoel, ontstaan jongerenculturen, polarisatie
Soorten bindingen, sociale cohesie

Pluriforme samenleving

Blz. 60+61
Blz. 62+63


Blz. 66+67


Blz. 70+71
Blz. 72+73

Dominante cultuur, subcultuur, pluriforme samenleving
Stereotype, discriminatie, redenen discriminatie, tolerantie, respect
Immigratie, emigratie, asielzoekers, allochtoon, autochtoon, toelatingsbeleid
Oorzaken spanningen autochtonen en allochtonen
Assimilatie, integratie, steun overheid integratie

Nederland en de wereld

Blz. 82+83

Blz. 89

Blz. 90+91

Globalisering, voor- en nadelen verschillende bindingen

Schema democratie/dictatuur

Hoe werken VN en EU

Media

Blz. 96+97

​

Blz. 98+99

 


Blz. 100+101

 


Blz. 102+103

​

​

Blz. 106+107

Massacommunicatie, medium, redenen mediagebruik, drie manieren van communicatie

Verschil commerciële omroep – publieke omroep,  

Verschil populaire kranten - kwaliteitskranten

Mediawet, pluriformiteit in de media, doelgroep

!Berichtbeoordelingsvragen journalisten (=selectiecriteria voor nieuws!), waar komt nieuws vandaan, 4 afspraken voor betrouwbaar nieuws.

Beeldvorming, selectieve waarneming, !! maatschappelijke functies van de media (ook) in een democratie !!, persvrijheid, indoctrinatie

Privacy, online profilering

Werk

Blz. 112+113

Blz. 115

Blz. 118+119

​

​

Blz. 120+121

​

Blz. 122+123

​

​

​

​

Werk, 5 basisbehoeften, 

Recht op werk

Maatschappelijke ladder, 3 dingen die maatschappelijke positie bepalen, sociale ongelijkheid, startkwalificatie, sociale mobiliteit

4 soorten discriminatie bij werk, vakbond, positieve discriminatie

!verzorgingsstaat!, uitkeringen voor werknemers, uitkeringen voor iedereen, maatregelen overheid om verzorgingsstaat in toekomst te kunnen betalen, visie verzorgingsstaat van liberalen, christendemocraten en sociaaldemocraten.

Relaties

Theorieën

Blz. 148+149

Blz. 150+151

​

Blz. 153

​

​

​

Rolverdeling, vrouwenemancipatie

Gemeenschap van goederen, huwelijkse voorwaarden, alimentatie, ouderschapsplan

individualisering

Niet in boek

maar moet je

wel kennen

Injectienaaldtheorie, selectieve waarnemingstheorie (ook wel selectieve perceptie genoemd), agendatheorie,  multi-stepflow theorie en theorie van media als betekenisverlener.

 

Injectienaaldtheorie = Men dacht dat de media een passief, kritiekloos publiek had dat als een injectienaald alle informatie in zich opnam en geloofde.

Selectieve waarnemingstheorie/theorie van de selectieve perceptie = mensen worden soms beïnvloed door de media en soms ook niet. Dit hangt af van hun referentiekader (=normen en waarden die je hebt meegekregen in je leven). Info die daar niet bij past, daar doe je niets mee.

Agendatheorie = De media besteedt aandacht aan zaken waardoor de bevolking en politici over het onderwerp gaan praten. Het wordt als het ware op de agenda gezet. De media beïnvloeden niet alleen de gespreksagenda van burgers, maar ook de politieke agenda.


Multi-stepflow theorie (stappentheorie) = beïnvloeding door de media gebeurt niet direct maar via mensen die invloed hebben. Anderen nemen hun mening later over.)


Media als betekenisverlener = op lange termijn hebben de media invloed omdat ze via informatie en amusement normen en waarden aan ons overdragen. 

© 2021 by Iris Overwijk

bottom of page